Analyse top 6 fysioprakijken: Wat valt op in de Fact4Fysio-benchmark 2024

Een analyse aan de hand van de top 6 Fysiotherapiepraktijken

Onlangs hebben wij onze 11de editie van de Fact4Fysio benchmark gelanceerd. In 2024 zien we voor het tweede jaar een stijging van de gemiddelde EBITDA in de benchmark. De EBITDA voor rechtspersonen was in 2015 18,3%. In 2022 was dit nog slechts 7,1%, een daling van maar liefst 61%. Na de stijging van de gemiddelde EBITDA in 2023 naar 8,6% (een stijging van 21%) is de EBITDA in 2024 gestegen naar 9,0% (+ 4,7%).

Het is uiteraard interessant om te weten waardoor de EBITDA van sommige praktijken in de benchmark voor rechtspersonen fors hoger ligt dan het gemiddelde van alle 59 praktijken. Om die vraag te beantwoorden hebben we de prestaties van de top 6 fysiotherapiepraktijken in onze benchmark nader beoordeeld.

We hebben deze analyse uitgevoerd met behulp van onze benchmarktool waarin we de gemiddelde waarden van de top 6 praktijken hebben ingevoerd. Op basis hiervan hebben we de belangrijkste prestatie-indicatoren (KPI’s) vergeleken en getracht de trends te identificeren die bepalend zijn voor succes in de fysiotherapiebranche.

De gemiddelde EBITDA van deze top 6 praktijken bedraagt 18%, dat ligt twee keer zo hoog als het gemiddelde van de gehele benchmark (inclusief de top 6).

Tip: Op 4 december 2025 houden we ons laatste webinar over de benchmark en de praktijk van de toekomst. Meer info + aanmelden >

De 4 belangrijkste bevindingen van deze benchmarkanalyse:

1. Omzet en schaalvoordelen:
   De gemiddelde totale omzet van de top 6 fysiotherapiepraktijken bedraagt € 2 miljoen. Dit zijn dus de relatief grotere praktijken. Hieruit kun je dus opmaken dat de grotere praktijken de schaalvoordelen benutten waardoor ze een hoger rendement kunnen realiseren. Bij deze praktijken valt tevens op dat zij werken vanuit één grote hoofdlocatie met eventueel enkele kleine nevenlocaties, hetgeen zich vertaald in lagere huisvestingskosten van 1,2%.
2. Aanvullende verdienmodellen:
   Het meest opvallende in deze top 6 is dat het aandeel omzet uit aanvullende verdienmodellen twee keer zo hoogt ligt als bij de gehele referentiegroep. De omzet fitness plus overige omzet (o.a. GLI en valpreventie) bedraagt 20% van de totale omzet terwijl dit bij de referentiegroep 10% bedraagt. We zouden op basis hiervan het volgende kunnen stellen: als de omzet uit hoofde van aanvullende verdienmodellen verdubbelt dan verdubbelt ook de winstgevendheid. Deze praktijken zijn dus actief bezig met de aanvullende verdienmodellen. In de top 6 praktijken hebben vier praktijken een aparte vennootschap opgericht voor deze aanvullende activiteiten.
3. Personeelskosten:
   De personeelskosten in relatie tot de omzet liggen aanzienlijk lager dan het benchmarkgemiddelde van 2024. Gemiddeld ligt het percentage personeelskosten ten opzichte van de omzet bij de top 6 praktijken op 61%, terwijl het benchmarkgemiddelde op 69% ligt. Dit resulteert in een afwijking van 8% (conform 2023). Dit komt enerzijds doordat de marge op de aanvullende verdienmodellen aanzienlijk hoger is waardoor de personeelskosten ten opzichte van de omzet dus lager uitvallen. Anderzijds wordt dit veroorzaakt door lagere indirecte personeelskosten die het gevolg zijn van een strakkere backoffice. Hier spelen de schaalvoordelen van deze grotere praktijken een positieve rol.
4. Overige kosten:
   Net zoals voorgaand jaar valt op dat de overige kosten in verhouding tot de omzet slechts minimaal afwijken. Het verschil in rendement wordt dus slechts beperkt gemaakt door kostenbesparingen en is grotendeels te verklaren door de aanvullende verdienmodellen.

Deze benchmarkanalyse van de top 6 fysiotherapiepraktijken biedt hopelijk waardevolle inzichten die jou als praktijkhouder kan helpen bij het verbeteren van het rendement van je eigen praktijk: voorsprong is een keuze!

Heb je de gratis benchmarktool nog niet gedownload? Klik hier